Ga naar inhoud
Wheat Beer, Hefeweizen & Weissbier | Beerwulf

Witbier versus Weizenbier | Wat is het verschil?

Is dat niet hetzelfde, een witbier en een weizen? Belgisch witbier wordt gebrouwen met tarwe en het Duitse woord voor tarwe is toch... inderdaad; Weizen! Uiteraard zijn het beiden tarwebieren, maar toch zijn er essentiële verschillen tussen deze twee bierstijlen.

 

Witbier en weizenbier; echte tarwebieren

Het is eigenlijk een battle tussen twee grote bierlanden; België en Duitsland. Een strijd die al direct begint bij het gebruik van de graansoort tarwe. Bij het brouwproces van een witbier, maakt de brouwer gebruik van ongemout tarwe en voor het brouwen van een weizen wordt minstens 50% tarwemout gebruikt. Witbier bevat ook minder tarwe dan een Weizen. Het is de tarwe die zorgt voor een typisch wrange en weeïge smaak aan het bier. Daarnaast bevat tarwe minder zetmeel en meer eiwit (in vergelijking met gerst), wat zorgt voor een stevige schuimkraag. Beide bieren zijn ondoorschijnend tot troebel, dit komt wederom door het gebruik van tarwe, omdat dit graan een andere opbouw van het meellichaam heeft en stoffen bevat die het bier moeilijker te filteren maken. De meeste brouwers kiezen er daarom voor een weizen niet te filteren (Kristall Weizen is hierop een uitzondering).

Ook het type gist speelt een belangrijk rol als het gaat om de verschillen tussen deze twee tarwebieren. Beide bieren zijn bovengistend, maar een Weizen wordt gebrouwen met speciaal weizengist. Een gistcultuur die kruidnagel en banaan smaken creëert. Een weizenbier voldoet aan het Reinheitsgebot (de oudste warenwet ter wereld ), waarbij het niet is toegestaan om te brouwen met kruiden en vruchten. Het is dus echt de gist in een weizen die zorgt voor een zacht, zoetig en licht fruitig karakter in het bier. Je vindt deze bananensmaak in het algemeen niet terug in een witbier. Smaken die wel typisch zijn voor witbier, zijn citrus en koriander. Tijdens het brouwproces voegt de brouwer korianderzaad en curaçaoschillen toe, dit zijn de schillen van een bittere sinaasappel.

Belgisch witbier

Zeg je witbier, dan zullen velen gelijk het woord Hoegaarden roepen. En terecht, want het is ook in dit Belgische plaatsje waar het bier in 1966 weer nieuw leven in werd geblazen door Pierre Celis. Witbier was in de 18e en 19e eeuw uitgegroeid tot een van de voornaamste bierstijlen van België. Hier kwam rond 1955 een voorlopig einde aan, tot Celis de bierstijl weer tot leven bracht. In Nederland brouwt 't IJ met IJwit een stevig witbier, maakt La Trappe een Witte Trappist en hebben we natuurlijk op Maastricht geïnspireerde Wieckse Witte. 

Duitse Weizen / Weissbier

Weizen is een bierstijl afkomstig uit het Duitse Beieren, waar termen als Weisse of Weissbier ook worden gebruikt. Er zijn verschillende varianten binnen deze bierstijl en een weizen is niet altijd bleek van kleur, maar kan ook donkerder zijn. Ook zijn er zowel heldere als troebele varianten. Bekende weizenbieren worden gebrouwen door brouwerijen als Schneider en Weihenstephan.

Kijken, Ruiken, Proeven

Als het gaat om uiterlijke kenmerken, dan zijn er zowel overeenkomsten als verschillen. Zoals al even eerder genoemd is een gelijkenis dat beide bieren ondoorschijnend tot troebel zijn. Gaat het om de kleur, dan is een witbier vaak wat lichter (bleek tot lichtblond) dan een weizen (bleek tot amber). Beide bieren hebben een mooie volle schuimkop, maar het schuim van een Weizen heeft net wat meer volume en is romiger.

Als je beide bieren ruikt, dan heeft witbier meer friszure, fruitige aroma’s van citrus met soms een licht zoetje. Bij een weizen ruik je een beetje een weeïge geur, met kruidige en zoete tonen (door de gist) zoals kruidnagel, nootmuskaat, banaan en vanille. Die geuren komen ook terug in de smaken van de bieren.

Zo proef je bij een witbier duidelijk een fris, zoetig tot zurig zoet bier met citrustonen en een kruidigheid van koriander en andere specerijen. Terwijl een Weizen meer zoetig, moutig van smaak is met een licht zuurtje en tonen van banaan en geel fruit, en soms ook kruidnagel. Als je let op de volmondigheid van de bieren, dan zijn deze soortgelijk, namelijk een dunne tot medium body. In de nasmaak merk je duidelijker verschillen; van een kruidige, lichtzure en meer droge nasmaak in een witbier tot een kruidige, soms iets zurige, weeïge en wat plakkende afdronk in een weizen (dit komt door de restsuikers). Je proeft nagenoeg geen verschil in het alcoholpercentage. Witbieren bevatten over het algemeen iets minder alcohol 4,3-5,2% dan een weizen 5-5,6%.

Serveren

Serveer witbier het beste bij een temperatuur van 3 tot 5 graden in een dik en stevig glas (denk aan het Hoegaarden glas). Op het terras krijg je het soms (te vaak) geserveerd met een citroentje en een stamper. Het zuur van het citroensap is echter heel slecht voor de schuimkraag, die hierdoor veel eerder inzakt. Daardoor wordt het bier vervolgens blootgesteld aan zuurstof en dat doet dan weer geen wonderen voor de smaak. Wees dus niet bang om te vragen om een witbier zonder citroen!

Een weizen serveer je iets warmer, namelijk bij een temperatuur van 6 tot 8 graden in een smal en hoog glas wat een beetje uitloopt (zie de foto hierboven). Als je zelf een weizen uitschenkt, laat dan 10-15% van het bier in het flesje zitten bij het uitschenken. Zwenk dit laatste restje nog even rond, zodat de gist onderin de fles loskomt. Schenk dit vervolgens bij het bier, zodat de gist zich weer mooi kan verspreiden door het glas.