Passer au contenu
How should you store beer?

Hoe moet je bier bewaren?

Of je nou van plan bent een bier pas over een (paar) jaar open te trekken of hem gewoon alvast koud zet voor dit weekend; het is belangrijk dat je bier op de juiste manier bewaart. Maar ook tijdens en na het inschenken moet je je bier goed behandelen om er optimaal van te genieten. Wij hebben de beste tips!

Bier vers drinken

Laten we beginnen met bier dat je juist niet wil bewaren. Dat zijn bijvoorbeeld pilsners, IPA's (inclusief alle substijlen Session, Double, New England...) en veel blonde bieren. De regel hiervoor is vrij eenvoudig; hoe meer de smaak van een bier afhankelijk is van hoparoma's, hoe verser je het bier wilt drinken. De fruitige aroma's van hop vervliegen namelijk snel en oude hop gaat een beetje kaasachtig smaken. Niet lekker!

Bier kort bewaren

We snappen echter ook wel dat je niet altijd de luxe hebt om een vers afgevuld bier in handen te krijgen en die dezelfde middag nog op te drinken. Tot die tijd zal je het toch ergens moeten bewaren. Hiervoor zijn twee dingen belangrijk: licht en temperatuur. Als eerste moet je een bier (zeker als het in een fles zit i.p.v. blik) donker bewaren, want zonlicht kan de alfazuren van de hop aantasten. In vaktermen heet dit "lightstruck", maar je kan de smaak ook vergelijken met stinkdier of kattenpis. Blonde bieren hebben hier meer last van dan donkere bieren. 

Bij te hoge temperaturen gaat een bier oxideren, het zal dan naar karton gaan smaken. De stabiliteit van de temperatuur is ook belangrijk. Als je een bier in de schuur zet waar het 's nachts 5°C is en overdag 20°C, dan blijft er al binnen een paar dagen niks van je bier over. Zet een bier dus koel en donker weg!

Waarom slaat mijn bier dood?

Ook als je een bier eenmaal hebt ingeschonken is het belangrijk om het goed te behandelen. Een glas pils dat op een terras vol in de zon staat, zal al na enkele minuten minder goed gaan smaken. Ook de aanraking met zuurstof doet je bier geen goed.

Houd de volgende regels in je achterhoofd: 

  • Een schuimkraag beschermt je bier tegen zuurstof;
  • Een schoon glas zorgt voor een mooie schuimkraag;
  • Zuur en vet maken je schuimkraag kapot (gooi dus geen citroentje in je bier);
  • Vermijd direct zonlicht;
  • Schenk liever twee keer een klein glas in dan in één keer een groot glas.

Hoe bewaar je biervaten?

Al deze tips zijn eigenlijk ook van toepassing op bier uit een biertap (zoals BLADE). De meeste bieren die hiervoor beschikbaar zijn kan je het beste niet al te lang bewaren. 

Ook is het belangrijk om de BLADE-vaten donker en koel (stabiel) te bewaren. Zo kan je uiteindelijk optimaal genieten van je versgetapte bier.

Kan je bier drinken dat over de datum is?

Ja, bier kan je na verstrijken van de houdbaarheidsdatum in principe nog prima drinken. Je zal er namelijk niet ziek van worden; door het koken tijdens het brouwproces en dankzij de alcohol en hop bevat een bier geen bacterieën of ziektekiemen.

Een bier kan na de houdbaarheidsdatum echter wel behoorlijk anders gaan smaken en dat effect is meestal niet positief. Het belangrijkste is dus: ruik en proef! Is het niet meer lekker? Drink het dan ook vooral niet op.

Een negatieve smaakontwikkeling zal nog sterker zijn als het bier niet op de juiste manier is bewaard of opgeslagen. Soms is die smaakverandering echter juist gewenst en bewaren liefhebbers hun bier expres tot (ver) na de houdbaarheidsdatum. Daarover lees je hieronder meer.

Bier langer bewaren en rijpen

Sommige liefhebbers zijn van mening dat bier er is om gedronken te worden. In een kelder heeft niemand er wat aan; je doet een bier het meeste eer aan door er gewoon van te genieten. Daar zit natuurlijk wat in, maar het is ook heel interessant om eens te ervaren welke smaakontwikkeling een bier doormaakt als je hem langer bewaart. 

Welke bieren kan je bewaren?

In tegenstelling tot de eerder genoemde bierstijlen, zijn andere bieren namelijk juist uitermate geschikt om langer te bewaren. Donkere en zware bierstijlen zoals quadrupel of (imperial) stout kan je prima een jaar of zelfs meerdere jaren laten staan of liggen (daarover straks meer). Men noemt dit ook wel 'bewaarbieren'. 

Een paar voorbeelden van bierstijlen die je goed kunt bewaren:

  • Dubbel
  • Quadrupel of Barley Wine (gerstewijn)
  • Stout
  • Bockbier
  • Geuze of Lambiek

Er zijn echter ook genoeg bieren die niet per se in deze stijlen vallen en toch goed bewaard kunnen worden. Bijvoorbeeld Orval, dat zelfs bekend staat om de smaakontwikkeling die het bier doormaakt. 

Wat gebeurt er met de smaak als je bier bewaart?

Wat er precies met de smaak gebeurt is afhankelijk van de bierstijl en het bier. In het algemeen kan je zeggen dat bieren die langer blijven liggen uiteindelijk zachter, ronder, zoeter en complexer van smaak worden. Het koolzuur zal op termijn ook minder worden.

Zo zal je bij een quadrupel misschien meer tonen van gedroogd fruit (krenten en pruimen) ontdekken als je het naast een "verse" editie van hetzelfde bier proeft. Andere bieren zullen misschien tonen van port, whisky en cognac ontwikkelen. Geuze en lambieken verliezen een beetje het scherpe zure randje en zullen wat ronder en fruitiger smaken. 

Hoe bewaar je bier?

Licht, temperatuur en vocht

Ook in het geval van bewaarbier is het vooral belangrijk dat je de flessen op een donkere, koele en stabiele plek opslaat. Koel en stabiel zijn hierin de kernwoorden; koel is namelijk niet per se koud. Zet of leg je flessen liever in een kelder waar het altijd 12°C is dan in een koelkast die schommelt tussen 5°C en 10°C omdat je de deur de hele dag open en dicht doet.

Een extra factor bij bewaarbier is de luchtvochtigheid van de opslagplek. Als deze te hoog is, dan kan de kroonkurk gaan roesten en vervolgens gaan lekken. Dan kan bier uit de fles gaan lekken of in aanraking komen met zuurstof. Die zuurstof zorgt vervolgens weer voor oxidatie, waardoor je bier naar natte krant smaakt. Niet lekker!

Bier staand of liggend bewaren?

De vuistregel is dat je een fles met een kurk liggend bewaart en met een kroonkurk staand. Kurk kan namelijk uitdrogen en afbrokkelen, terwijl een kroonkurk dan weer gaat roesten als het contant in aanraking komt met vocht.